Keywords: Het klooster van Sint-Arjaan - Daar reed een boer naar Leuven.jpg Dit verhaal werd eind de jaren '90 verteld door Elvire Cardoen en opgetekend door haar zoon Michel Goudezeune afkomstig uit Wijtschate Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog woonde het echtpaar Henri Cardoen en Marie DEmeulenaere op een gepachte hoeve te Oostnieuwkerke Het echtpaar had 11 kinderen allen geboren voor de oorlog Twee van hen Ephrasi °1905 en Alfons °1911 stierven een paar weken na de geboorte Twee andere kinderen Gaston °1903 en Albertine °1914 overleden in januari 1916 aan de gevolgen van tyfus Alle anderen Maurits °1899 Martha °1900 Adhémar °1902 Maria °1904 Elvire °1908 Alfonsine °1910 en Paula °1913 overleefden de oorlog Bij het uitbreken van de vijandelijkheden op 4 augustus 1914 woonde de familie nog op de boerderij in Oostnieuwkerke De oorlog evolueerde verder en toen een Duitse eenheid Ulanen op 12 september 1914 in het nabije Roeselare met de trein vanuit Brussel aankwam werd die onder vuur genomen door Franse militairen die in de huizen verscholen zaten De Duitsers dachten dat ze beschoten werden door burgers namen daarop wraak op de burgerbevolking en brachten een aantal burgers om het leven Henri en Marie besloten eieren voor hun geld te kiezen en verlieten met de kinderen de hoeve en trokken richting Frankrijk Vooraleer te vertrekken begroeven ze het aanwezige zilverwerk en een grote som geld in een put op het erf Wanneer ze er jaren later terug keerden bleek het geld en zilverwerk weg te zijn Men is nooit te weten gekomen als het buren of de Duitsers waren die met wat was ingegraven er van door zijn gegaan De vlucht met de 9 kinderen werd aangevat op zondag 18 oktober 1914 en ging met volgeladen wagen met 2 ingespannen paardenrichting familie in Westrozebeke Onderweg aan het Bourgondisch Kruis werd het gezelschap staande gehouden door Ulanen Onder bedreiging van hun wapens moest het gezin de kar en het geld dat ze nog bij hadden afgeven Het gezin verbleef twee nachten bij de familie Van Antwerpen - Demeulenaere zus van Marie in Westrozebeke Op 20 oktober ging de tocht verder via Poelkapelle Sint-Juliaan Ieper en Dikkebus naar Loker waar ze opnieuw bij familie terecht konden op de hoeve Arnout aan de Rodebergstraat 9 waar ze rond 20 uur arriveerden Ze verbleven er enige weken op een kamer De aankomst van Britse militairen brengt met zich mee dat een aantal kamers worden opgeëist om onderdak te verschaffen aan de officieren zodat de eigenlijke inwoners naar de zolder dienen te verhuizen Henri en Marie kunnen aan de Groenestraat in Loker een huisje huren waar ze tot eind februari 1916 wonen Om te overleven werken vader Henri en zoon Maurits voor de Britten en helpen bij het graven van loopgraven terwijl de kinderen Martha Adhémar en Gaston rookwaren en chocolade aan de Britten verkopen In december 1915 breekt een tyfus-epidemie uit en treft er zowel militairen als burgers Ook de familie Cardoen wordt zwaar getroffen; moeder wordt ernstig ziek en moet voor verzorging naar een ziekenhuis in Bailleuil en wat nog erger is de kinderen Gaston 12 jaar en Albertine amper 7 maanden oud overleven de ziekte niet Henri en Marie vluchtten vervolgens naar Frankrijk waar ze een onderkomen vinden in Le Four-de-Vaux bij Fourchambault een dorp aan de rand van Nevers in het departement Nièvre Door tussenkomst van de Paters Capucijnen van Ieper worden ze erkend als politiek vluchtelingen en de aalmoezenier van de Belgische vluchtelingen in Nevers eveneens een Capucijn kan voor vader Henri en de zonen Maurits en Adhémar werk vinden bij de Franse spoorwegen Ze helpen er bij het herstellen van treinwagons In december 1916 vinden vader Henri en moeder Marie werk als kasteleinboeren op een hoeve van het kasteel van Fourchambault Ze ontvangen hiervoor een maandloon maar blijven in Four-de-Vaux wonen Maurits en Adhémar blijven verder werken bij de Franse spoorwegen Martha en Maria kunnen aan het werk als dienstmeid op het kasteel van Fourchambault en Elvire Alfonsine en Paula lopen school in Le Four-de-Vaux Op zijn 18e verjaardag 12 juni 1917 krijgt zoon Maurits het bezoek van de Franse gendarmerie met een oproepingsbevel van de Belgische autoriteiten waarbij hij zich dient te melden om als Belgisch soldaat te gaan dienen Hij krijgt de raad mee er gevolg aan te geven gezien hij anders als deserteur zal worden beschouwd met eventueel de nodige gevolgen als hij niet aan het oproepingsbevel mocht voldoen Maurits voldoet wel aan de oproeping en wordt ingezet aan het front langs de Ijzer te Stuivekenskerke in de buurt van Diksmuide Hij wordt echter eind september 1917 krijgsgevangen genomen door de Duitsers en met de trein getransporteerd naar Münster in Westfalen Duitsland waar hij in een krijgsgevangenenkamp terecht komt en er verblijft tot het eind van de oorlog op 11 november 1918 Hij krijgt tijdens zijn verblijf weinig en daarenboven slecht eten Hij onderhoudt er goede contacten met de aalmoezenier een pater Capucijn die de Vlaamse soldaten op 1 januari 1918 een boekje met Vlaamse liedjes als nieuwjaarsgeschenk geeft Onmiddellijk na de wapenstilstand vertrekt Maurits met een Franse trein naar Nevers Op 13 november zou hij rond 19 uur aankomen in het station van Nevers waar zijn vader en zus Martha hem zouden opwachten Ze vinden hem echter niet tussen de massa terug en keren rond 21 uur terug naar huis Moeder Marie vindt het maar niets en raad hen aan terug te keren naar het station en onderweg na te gaan op hij zich nergens in een gracht zou kunnen bevinden Het is al erg koud het vriest en bij toeval vinden ze Maurits slapend langs de kant van de weg aan een haag Hij is totaal uitgeput en bijna doodgevroren dit op 5 km van hun huis Wat was er gebeurd Maurits was wel degelijk op tijd in het station aangekomen maar hij was zo fel vermagerd hij woog nog amper 35 kg uitgeput en ziek en was niet herkend geworden door zijn vader en zus Eénmaal thuis gekomen dronk hij warme melk met honing maar iets te veel voor zijn ontregelde maag zodat hij ernstig ziek werd en medische hulp nodig had Maurits herstelde daarna langzaam maar bleef zijn leven lang maaglijder Nadat Maurits met zijn familie in maart 1922 terug was gekeerd naar Vlaanderen leerde hij in Wijtschate Madeleine Tyteca kennen waarmee hij trouwde Gezien het grote tekort aan boeren in Frankrijk velen waren gesneuveld trok hij net als vele andere Vlamingen naar de streek van Lisieux in Normandië waar hij pachter werd Madeleine beviel van een zoon maar stierf kort na de geboorte Maurits huwde later met Rachel Debruyne uit Moeskroen wiens zus ook in Lisieux op een boerderij woonde Hij overleed op 56-jarige leeftijd in 1955 te Lisieux aan maagkanker Hun terugkeer naar Oostnieuwkerke was niet mogelijk omdat de eigenaar de boerderij in pacht wilde geven aan zijn zoon Via diverse contacten kwamen Henri en Marie in contact met een makelaar in Ieper die vertegenwoordiger was van de familie Cortyl-Vandenpeereboom uit het Franse Saint-Omer die in de buurt van Ieper diverse hoeves bezat Zo kwamen ze terecht in Wijtschate op een hoeve aan de Vierstraat 39 Deze hoeve staat vermeld op de Britse en Duitse militaire stafkaarten 1914-1918; op de Britse als 'Platteaufarm' en op de Duitse als 'Granathaus' Daar woont actueel nog steeds Eddy Goudezeune exhibition history object history object type Europeana 1914-1918 Copyright information Europeana 1914-1918 PD-own upload Europeana claims no rights in its digitisation in accordance with its http //pro europeana eu/publications/the-europeana-public-domain-charter Public Domain charter Europeana 1914-1918 project place of creation place of discovery http //www europeana1914-1918 eu/en/contributions/5757 Het klooster van Sint-Arjaan - Daar reed een boer naar Leuven Uploaded with GWToolset Het klooster van Sint-Arjaan - Daar reed een boer naar Leuven http //www europeana1914-1918 eu/attachments/65600/5757 65600 full jpg World War I Western Front theatre of World War I World War I homefront Prisoners of war in World War I World War I propaganda Women in World War I Europeana 1914-1918 batch upload needs checking |